Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
Understand spoken Dutch
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Online Lessons
"when" Practice Lesson
"when" Practice Dutch lesson
Primary tabs
Summary
Quiz
Content
Secondary tabs
All
Words
Phrases
Learn
Recording
English
Dutch
Status
when I went to the bathroom
toen ik naar de badkamer ging
that village from back then, it’s gone
dat dorp van toen, het is voorbij
when we had the idea
toen we het idee hadden
when we started
toen we begonnen
when I was on my father’s garden path
toen ik langs het tuinpad van m’n vader
She got married when she was twenty-five.
Ze is getrouwd toen ze 25 was.
The driver went berserk when he couldn’t find his keys.
De chauffeur ging door het lint toen hij zijn sleutels niet kon vinden.
and then twenty more feather-down quilts on the mattresses
en toen nog twintig donzen bedden op de matrassen
and as soon as they were out of his sight, he dived under the water until the bottom, and when he rose again he was almost beside himself with excitement
en zodra deze niet meer te zien waren, dook het onder tot op de grond en toen het weer boven kwam, was het als buiten zich zelf
When it got cold, the oil solidified.
Toen het koud werd, stolde de olie.
how simply they lived back then
wat leefden ze eenvoudig toen
I was devastated when I heard the truth.
Ik was verpletterd toen ik de waarheid hoorde.
“I had never imagined such happiness, when I was still an ugly duckling!”
«Zoveel geluk had ik mij niet kunnen voorstellen, toen ik nog een lelijk eendje was!»
When she left the house she must have been wearing slippers; but what did that help?
Toen zij het huis uitging, had zij wel is waar pantoffels aangehad; maar wat hielp dat?
The woman clapped her hands together, which made him fly first into the butter churn, and then into the meal-tub
De vrouw sloeg de handen in elkaar, waarop het eerst in het botervat en toen in de meelton vloog
“That’s because I’m so ugly,” thought the duckling, closing the eyes for a moment and then walked on.
“Dat komt, omdat ik zo lelijk ben,” dacht het eendje, kneep de ogen even dicht en liep toen weer voort.
And then another bang was heard.
En toen deed zich andermaal een knal horen.
When she left the house, it is true, all that she he had on was a pair of slippers
Toen zij het huis uitging, had zij weliswaar pantoffels aangehad
It lay in the swamp among the reeds when the sun began to shine warmly again.
Het lag in het moeras tussen het riet, toen de zon weer warm begon te schijnen.
It was a warm, bright flame, like a light, as she held her hands over it.
Het was een warme, heldere vlam, als een lichtje, toen zij er haar handen bovenhield.
Pagination
Current page
1
Page
2
Next page
Next ›
Last page
Last »