"that" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	I only said that to make a joke.	Ik zei dat alleen om te lachen.
	I know Tom is a very bad driver.	Ik weet dat Tom een slechte chauffeur is.
	Tom said that all his friends were drunk.	Tom zei dat al zijn vrienden dronken waren.
	I wish you could make it into something else	ik zou wel willen, dat je dat eens wat anders kon maken
	Leave that behind and teach your other children to swim!	Laat dat maar liggen, en leer je andere kinderen liever zwemmen!
	I understand that he’s angry.	Ik begrijp dat hij boos is.
	You understand that, don’t you?	Je begrijpt dat toch?
	I want to say I’m sorry.	Ik wil zeggen dat het me spijt.
	he was angry that I hadn’t done it	hij was boos dat ik het niet deed
	Sorry to be late.	Het spijt mij dat ik te laat ben.
	It was the only thing I could do.	Het was het enige ding dat ik kon doen.
	Didn’t you know Tom was married?	Wist je niet dat Tom getrouwd was?
	I hope I didn’t wake you up.	Ik hoop dat ik je niet wakker heb gemaakt.
	I would be grateful if you could do that for me.	Ik zou dankbaar zijn als je dat voor me zou willen doen.
	but how did it help?	maar wat hielp dat?
	How much time will that take?	Hoe lang gaat dat duren?
	That doesn’t change a thing.	Dat verandert niets.
	What does that word mean?	Wat betekent dat woord?
	Were you married at that time?	Was je op dat moment getrouwd?
	See, that is true history!	Zie, dat is een ware geschiedenis!