“Dat gaat immers niet,” zei de moeder van het eendje; “het is wel niet mooi, maar het heeft een goed hart en zwemt even flink als al de anderen, ja, ik moet zeggen, nog beter.
Ik weet dat Tom een slager is.
Ik beloof je dat je veilig bent.
Ik dacht dat je zwanger was.
Kunt u mij dat tonen op de kaart?
Ik denk dat ik een baby hoor wenen.
Dat was niet mijn bedoeling.
Ik wist niet dat je zo goed kon koken.
Vreemd dat ze de zon aanbidden.
Is dat waarom je vrijgezel bent?
Tom ging ervan uit dat het gratis was.
Ik hoop dat Tom niet denkt dat we hem haten.
«Wat is dat voor een dwaze inval!» zei deze.
Ik wist dat je het ging verprutsen.
Dat was het hoogtepunt van mijn dag.
Ron zei dat hij daar misselijk van werd
Waarom konden we niet door dat dranghek?
met het risico dat je de USB-poort om zeep helpt
Alle aanwijzingen staan op dat papier.
Was het boek dat je gisteren las in Frans of Engels?