M’n vader is melkboer.
In welk land is Tom op dit moment?
dat dorp van toen, het is voorbij
Niet iedereen die hier woont, is rijk.
Mijn kind is ziek.
Dit is mijn broer.
Is dit wat je zocht?
Yanni is een vriend.
Nee, het is geen kalkoen.
Is Tom vriendelijk?
ik hoop dat het hotel nu beter is
“Nu, dat is ook een heel plezier!” zei de kip.
Tom is aan het winkelen in het winkelcentrum.
Deze zin is goed.
opslag is vol
Welke zin is fout?
Waar rook is, is vuur.
Er is weinig hoop.
Yanni is veilig hier.
Hoe laat is het ontbijt?