"is" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Everyone’s tired.	Iedereen is moe.
	What’s their purpose?	Wat is hun doel?
	This sentence is good.	Deze zin is goed.
	There is the café.	Daar is het café.
	Which sentence is wrong?	Welke zin is fout?
	He is in the café.	Hij is in het café.
	This is my choice.	Dit is mijn keuze.
	This is a good café.	Dit is een goed café.
	Why isn’t Tom tired?	Waarom is Tom niet moe?
	No, that is not correct.	Nee, dat is niet juist.
	She is a driver.	Zij is chauffeur.
	Tom is tired because he works a lot.	Tom is moe, want hij werkt veel.
	Is Tom friendly?	Is Tom vriendelijk?
	He is my driver.	Hij is mijn chauffeur.
	She’s lost, isn’t she?	Ze is verdwaald, of niet?
	The day after Friday is Saturday.	De dag na vrijdag is zaterdag.
	He got lost in the forest.	Hij is verdwaald in het bos.
	The woman is kind.	De vrouw is vriendelijk.
	He depends on her.	Hij is van haar afhankelijk.
	He ended up in the river.	Hij is in de rivier terecht gekomen.