Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - Y

0 (1) 1 (8) 2 (4) 3 (1) 4 (1) A (1816) B (694) C (1172) D (817) E (502) F (660) G (404) H (998) I (1701) J (119) K (76) L (480) M (672) N (341) O (377) P (845) Q (32) R (512) S (1688) T (6716) U (155) V (123) W (1095) X (4) Y (338) Z (14)
English Dutch Sort ascending Recording Learn
you ensure that problems and obstacles are addressed to the right people outside the team je zorgt ervoor dat problemen en belemmeringen naar de juiste personen buiten het team geadresseerd worden
You sing beautifully. Je zingt prachtig.
You oversee the completion of milestones and the correct implementation of responsibilities and resource activities. Je ziet toe op de voltooiing van mijlpalen en de juiste uitvoering van verantwoordelijkheden en resource-activiteiten.
You look like your father. Je ziet eruit als je vader.
You look contented. Je ziet er voldaan uit.
You look terrible. Je ziet er verschrikkelijk uit.
You look really miserable. Je ziet er echt ellendig uit.
You said that it was important. Je zei dat dat belangrijk was.
You will live longer if you don’t smoke. Je zal langer leven als je niet rookt.
your business mobile phone je zakelijke mobiel
you like to be challenged je wordt graag uitgedaagd
You live on the sixth floor. Je woont op de zesde verdieping.
You will work closely with senior management. Je werkt nauw samen met het hoger management.
You never know how things are going to turn out. Je weet nooit hoe een koe een haas vangt.
You know it’s not right. Je weet dat het niet goed is.
Your friend made a fool out of me. Je vriend heeft me voor schut gezet.
you celebrate je viert
you translate je vertaalt
you provide nursing care as laid down by law Je verleent verpleegkundige zorg zoals wettelijk is vastgelegd
You forgot to close a window. Je vergat een raam te sluiten.
You will vanish like the warm stove, like the delicious roast goose, and the large, glorious Christmas tree. Je verdwijnt evenals de warme kachel, evenals het heerlijke ganzengebraad en de grote, prachtige Kerstboom.
Your father entrusted this to me before his death. Je vader heeft dit bij mij in bewaring gegeven voor zijn dood.
your skills je vaardigheden
your duties je takenpakket
you wrote je schreef
your new boiler je nieuwe ketel
You must swear on the Bible. Je moet zweren op de Bijbel.
You have to wait. Je moet wachten.
You have to watch out for that man. Je moet opletten voor die man.
You should not mock the appearance of disabled people. Je moet niet spotten met het uiterlijk van gehandicapte mensen.
You must come with me. Je moet met mij meekomen.
You’ll have to establish residence here before you can vote. Je moet je hier permanent vestigen voor je mag stemmen.
You still have to comb your hair. Je moet je haar nog kammen.
You need to set a good example. Je moet het goede voorbeeld geven.
You need to set a good example for your children. Je moet het goede voorbeeld geven voor je kinderen.
You must act in the interest of everyone. Je moet handelen in het belang van iedereen.