Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - Y

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1366) B (626) C (1006) D (695) E (439) F (572) G (335) H (831) I (1405) J (102) K (67) L (429) M (592) N (319) O (331) P (735) Q (29) R (441) S (1495) T (5970) U (131) V (115) W (862) Y (304) Z (13)
English Dutch Recording Learn
Yanni has no money.

Yanni heeft geen geld.
Yanni doesn’t have a car.

Yanni heeft geen auto.
Yanni needs a new bed.

Yanni heeft een nieuw bed nodig.
Yanni has a map on his phone.

Yanni heeft een kaart op zijn telefoon.
Yanni built a house.

Yanni heeft een huis gebouwd.
Yanni made a mistake.

Yanni heeft een fout gemaakt.
Yanni has a farm just outside town.

Yanni heeft een boerderij net buiten het dorp.
Yanni needs a car.

Yanni heeft een auto nodig.
Yanni didn’t order this.

Yanni heeft dit niet besteld.
Yanni paid for the popcorn.

Yanni heeft de popcorn betaald.
Yanni didn’t have a phone.

Yanni had geen telefoon.
Yanni had a flat tire.

Yanni had een platte band.
Yanni went back to his room.

Yanni ging terug naar zijn kamer.
Yanni went to a local bar.

Yanni ging naar een lokale bar.
Yanni gave Skura his phone.

Yanni gaf Skura zijn telefoon.
Yanni is happy with it.

Yanni er er blij mee.
Yanni and Skura were happy together.

Yanni en Skura waren gelukkig samen.
Yanni is drinking green tea.

Yanni drinkt groene thee.
Yanni always thinks big.

Yanni denkt altijd groot.
Yanni was paying more and more.

Yanni betaalde meer en meer.
Yanni protected Skura.

Yanni beschermde Skura.
Yanni (name)

Yanni
You look good!

Wat zie jij er goed uit!
You will receive your invoice by February at the latest.

Uw factuur ontvangt u uiterlijk in februari.
Your book is on the table. (formal)

Uw boek ligt op tafel.
Your overdue payments have been cleared this morning.

Uw achterstallige betalingen zijn toch vanochtend vereffend.
your (formal)

uw
You can do whatever you want to do, of course.

Uiteraard kan je doen wat je maar wilt.
You absolutely may not cut pictures out of the books on the bookcase.

Uit de boeken die in de kast staan mag je in geen geval plaatjes knippen.
You wouldn’t be able to handle the pressure.

U zou de druk niet aankunnen.
You were shy.

U was verlegen.
You will find here your new sticky labels.

U vindt hierbij uw nieuwe kleefbriefjes.
You shouldn’t depend on others too much.

U moet niet te veel van anderen afhankelijk zijn.
You are not allowed to have sexual intercourse with your daughter-in-law.

U mag geen geslachtsgemeenschap hebben met uw schoondochter.
You may not judge the servant of another person.

U mag de bediende van een ander niet beoordelen.
You can’t be afraid to fail.

U kunt niet bang zijn om te falen.