Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - Y

0 (1) 1 (8) 2 (4) 3 (1) 4 (1) A (1814) B (693) C (1169) D (814) E (501) F (659) G (404) H (995) I (1700) J (119) K (76) L (480) M (673) N (341) O (377) P (845) Q (32) R (508) S (1688) T (6712) U (153) V (123) W (1095) X (4) Y (338) Z (14)
English Dutch Recording Learn
yeast schimmel
You’re not allowed to skip your turn in a game of chess. Tijdens het schaken mag je geen beurt overslaan.
you (formal) u
you accept u accepteert
You’re cheating me. U bedriegt me.
you are (formal) u bent
You are now unsubscribed from our e-newsletter and emailings. U bent nu uitgeschreven van onze e-newsletter en e-mailings.
you have (formal) u hebt
you have rejected us u hebt ons verstoten
You bought bread. U kocht brood.
You can’t give me orders. U kunt me geen enkel bevel geven.
You can’t be afraid to fail. U kunt niet bang zijn om te falen.
You may not judge the servant of another person. U mag de bediende van een ander niet beoordelen.
You are not allowed to have sexual intercourse with your daughter-in-law. U mag geen geslachtsgemeenschap hebben met uw schoondochter.
You shouldn’t depend on others too much. U moet niet te veel van anderen afhankelijk zijn.
You speak English. (you plural) U spreekt Engels.
You will find here your new sticky labels. U vindt hierbij uw nieuwe kleefbriefjes.
You were shy. U was verlegen.
You wouldn’t be able to handle the pressure. U zou de druk niet aankunnen.
You absolutely may not cut pictures out of the books on the bookcase. Uit de boeken die in de kast staan mag je in geen geval plaatjes knippen.
You can do whatever you want to do, of course. Uiteraard kan je doen wat je maar wilt.
your (formal) uw
Your overdue payments have been cleared this morning. Uw achterstallige betalingen zijn toch vanochtend vereffend.
Your book is on the table. (formal) Uw boek ligt op tafel.
You will receive your invoice by February at the latest. Uw factuur ontvangt u uiterlijk in februari.
Your seat is here. Uw stoel is hier.
Your proposal is worth considering. Uw voorstel is het overwegen waard.
You look good! Wat zie jij er goed uit!
Yanni (name) Yanni
Yanni protected Skura. Yanni beschermde Skura.
Yanni was paying more and more. Yanni betaalde meer en meer.
Yanni always thinks big. Yanni denkt altijd groot.
Yanni is drinking green tea. Yanni drinkt groene thee.
Yanni and Skura were happy together. Yanni en Skura waren gelukkig samen.
Yanni is happy with it. Yanni er er blij mee.
Yanni gave Skura his phone. Yanni gaf Skura zijn telefoon.