Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - Y

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1356) B (616) C (991) D (685) E (434) F (566) G (334) H (817) I (1378) J (102) K (66) L (425) M (586) N (315) O (329) P (725) Q (29) R (433) S (1477) T (5912) U (123) V (115) W (855) Y (302) Z (13)
English Dutch Recording Learn
year after year

jaar na jaar
yearly

jaarlijkse
yachts

jachten
years

jaren
year-old

jarige
Yes indeed.

Jazeker.
your (informal; short form)

je
you (singular)

je
You understand that, don’t you?

Je begrijpt dat toch?
You’re a very rich person.

Je bent een erg rijk persoon.
You’re impossible.

Je bent een onmogelijk mens.
You’re involved.

Je bent erbij betrokken.
You’re not a morning person, I understand.

Je bent geen ochtendmens, heb ik begrepen.
You’re married and have two children.

Je bent gehuwd en hebt twee kinderen.
You’re nuts.

Je bent gestoord.
You’re generous.

Je bent gul.
You’re late.

Je bent laat.
You are late.

Je bent laat.
You are a teacher.

Je bent leerkracht.
you are articulate

je bent mondig
You are also required to submit your child’s school attendance four times a year.

Je bent ook verplicht de schoolaanwezigheid van je kind vier keer per jaar in te dienen.
You are gorgeous.

Je bent prachtig.
You are all together, right?

Je bent toch allemaal wel bij elkaar?
You are extremely honest.

Je bent uitermate eerlijk.
You are responsible for the quality of the product on a functional and non-functional level.

Je bent verantwoordelijk voor de kwaliteit van het product, op functioneel en niet-functioneel vlak.
You’re unemployed.

Je bent werkloos.
You are definitely out of your mind.

Je bent zeker niet goed bij je verstand.
you determine

je bepaalt
your files

je bestanden
Your payment order has been successfully created.

Je betaalopdracht is met succes aangemaakt.
Your contact is in the address book.

Je contact staat in het adresboek.
Your daughter’s on drugs.

Je dochter gebruikt drugs.
you function

je fungeert
you act

je fungeert
Your flies are undone.

Je gulp staat open.
You should have gotten up earlier.

Je had eerder moeten opstaan.