Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - T

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1366) B (625) C (1006) D (695) E (439) F (572) G (336) H (831) I (1406) J (102) K (67) L (429) M (593) N (319) O (331) P (735) Q (29) R (441) S (1495) T (5970) U (131) V (115) W (862) Y (304) Z (13)
English Sort ascending Dutch Recording Learn
the pork

het varkensvlees

The population is counted during the census.

Tijdens de volkstelling wordt de bevolking geteld.

the population

de bevolking

the popcorn

de popcorn

The poor duckling was teased by all; even his sisters were angry with him and kept saying, “If only the cat grabbed you, you ugly creature!”

Het arme eendje werd door allen geplaagd; zelfs zijn zusters waren kwaad op hem en zeiden steeds: “Mocht de kat je maar beetpakken, jou lelijk schepsel!”

The poor duckling had it very bad already.

Het arme eendje had het al heel slecht.

The poor duckling did not know what to do; it was sad because it looked ugly and was mocked by everyone else.

Het arme eendje wist niet, hoe het zich zou wenden of keren; het was treurig, omdat het er lelijk uitzag en door al de anderen bespot werd.

The poor duckling did not know what to do

Het arme eendje wist niet, hoe het zich zou wenden of keren

The poor beast!

Het arme beest!

The poor animal did not know what these birds were called nor where they were flying to

Het arme beest wist niet, hoe die vogels heetten, ook niet, waar zij naar toe vlogen

the poltergeist

de klopgeest

the pollution; contamination

de vervuiling

the pollution

de verontreiniging

the pollen

het stuifmeel

the poll

de poll

the politics

de politiek

the politicians

de politici

The politician used flattery to win votes.

De politicus gebruikte vleierij om stemmen te winnen.

The Polish experts work in Africa.

De Poolse deskundigen werken in Afrika.

The policy will only accelerate inflation.

Het beleid zal inflatie alleen maar versnellen.

the policy plan

het beleidsplan

the policy

het beleid

the policeman

de politieagent

the policeman

de politieman

the police station

het politiebureau

The police officers cornered the suspect in the narrow alley.

De politieagenten klemreden de verdachte in de smalle steeg.

the police officer

de agent

The police caught the thief by the collar.

De politie vatte de dief bij de kraag.

The police are looking for Tom.

De politie is op zoek naar Tom.

The police are looking for the robber.

De politie is op zoek naar de dief.

The police are investigating the kidnapping of the child.

De politie onderzoekt de ontvoering van het kind.

The police are eagerly looking for this as yet unknown person.

De politie is naarstig op zoek naar deze vooralsnog onbekende persoon.

the police

de politie

the pole

de paal

the poisons

de vergiffen

the poison

het vergif