Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - T

0 (1) 1 (8) 2 (4) 3 (1) 4 (1) A (1816) B (694) C (1170) D (815) E (502) F (659) G (404) H (997) I (1701) J (119) K (76) L (480) M (673) N (341) O (377) P (845) Q (32) R (508) S (1688) T (6712) U (153) V (123) W (1095) X (4) Y (338) Z (14)
English Dutch Sort descending Recording Learn
The pressing situation demands immediate action from everyone. De prangende situatie vraagt om directe actie van iedereen.
the leek de prei
the prime minister de premier
the pictures de prenten
the presentation de presentatie
the president de president
The presidential candidate gave a speech to her supporters. De presidentskandidaat hield een toespraak voor haar aanhangers.
the performance de prestaties
the prevention de preventie
the priest de priester
The priest encouraged the community to repentance. De priester moedigde de gemeenschap aan tot inkeer.
the price de prijs
the time clock de prikklok
the prince de prins
The prince is handsome. De prins is knap.
the princess de prinses
The Princess and the Pea De prinses op de erwt
The princess rode in a beautiful golden carriage. De prinses reed in een prachtige gouden koets.
the princesses de prinsessen
the priority de prioriteit
the private stock de privévoorraad
the problem de problematiek
the problems de problemen
the procedure de procedure
the processes de processen
the production de productie
the test de proef
the tests de proeven
the prophet Isaiah de profeet Jesaja
The prophet spoke about a revelation. De profeet sprak over een openbaring.
the professor de professor
the programs de programma’s
the programmer de programmeur
the projects de projecten
the project file de projectfiche
the propaganda de propaganda