Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - T

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1366) B (625) C (1006) D (695) E (439) F (572) G (336) H (831) I (1406) J (102) K (67) L (429) M (593) N (319) O (331) P (735) Q (29) R (441) S (1495) T (5970) U (131) V (115) W (862) Y (304) Z (13)
English Dutch Sort descending Recording Learn
the advice

het advies

the enforcement of decisions

het afdwingen van beslissingen

the agreement

het akkoord

the alternative

het alternatief

the shoemaker’s craft

het ambacht van de schoenmaker

the answer

het antwoord

The answer to the question is still missing.

Het antwoord op de vraag is nog steeds uitgebleven.

the appartment

het appartement

the apple juice

het appelsap

The poor animal did not know what these birds were called nor where they were flying to

Het arme beest wist niet, hoe die vogels heetten, ook niet, waar zij naar toe vlogen

The poor beast!

Het arme beest!

The poor duckling had it very bad already.

Het arme eendje had het al heel slecht.

The poor duckling was teased by all; even his sisters were angry with him and kept saying, “If only the cat grabbed you, you ugly creature!”

Het arme eendje werd door allen geplaagd; zelfs zijn zusters waren kwaad op hem en zeiden steeds: “Mocht de kat je maar beetpakken, jou lelijk schepsel!”

The poor duckling did not know what to do

Het arme eendje wist niet, hoe het zich zou wenden of keren

The poor duckling did not know what to do; it was sad because it looked ugly and was mocked by everyone else.

Het arme eendje wist niet, hoe het zich zou wenden of keren; het was treurig, omdat het er lelijk uitzag en door al de anderen bespot werd.

the arrest

het arrest

the article

het artikel

the aspect

het aspect

the dinner

het avondeten

the adventure

het avontuur

the bath

het bad

the balcony

het balkon

The balcony is small.

Het balkon is klein.

the banking

het bankieren

the couch

het bankstel

the bed

het bed

to make the bed

het bed opmaken

the company

het bedrijf

The company has branches in twelve European countries.

Het bedrijf heeft vestigingen in 12 Europese landen.

The company manufactures a wide variety of musical instruments.

Het bedrijf produceert allerlei muziekinstrumenten.

the control; restraint

het bedwang

the image

het beeld

the picture on the wall

het beeld op de muur

the leg

het been

the beast

het beest

the beginning

het begin