Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - S

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1362) B (625) C (999) D (690) E (436) F (570) G (334) H (829) I (1397) J (102) K (66) L (428) M (590) N (318) O (330) P (731) Q (29) R (438) S (1487) T (5937) U (126) V (115) W (861) Y (303) Z (13)
English Sort descending Dutch Recording Learn
She took the little girl in her arms, and they both flew upwards, towards the brightness and joy far above the earth, endlessly high.

zij nam het kleine meisje op haar arm, en beiden vlogen in glans en vreugde hoog boven de aarde, oneindig hoog.

She took the pencil and started writing.

Ze nam het potlood en begon te schrijven.

She trembled with excitement.

Ze trilde van opwinding.

She tried to stop him with blackmail.

Ze probeerde hem te stoppen met chantage.

She uses her powder puff with great precision.

Ze gebruikt haar poederdons met veel precisie.

She wants to do it.

Ze wil het doen.

She wants to switch.

Zij wil schakelen.

she was

zij was

She was a descendant of one of the most important families in Venice.

Ze was een telg uit een van de aanzienlijkste families van Venetië.

She was accompanied by her mother.

Ze werd door haar moeder begeleid.

She was hungry enough to eat anything.

Ze had zoveel honger dat ze eender wat kon eten.

She was promoted.

Ze kreeg promotie.

She was so shocked that she couldn’t speak.

Ze was zodanig geschrokken dat ze niet kon praten.

She was still a virgin.

Ze was nog steeds een maagd.

She was sure to be beaten by her father, and it was cold at home too; above them they had only the roof through which the wind was howling, although the largest holes had been plugged with straw and rags.

Van haar vader zou zij zeker slaag krijgen, en te huis was het ook koud; boven zich hadden zij slechts het dak, waardoor de wind heenfloot, al mochten de grootste reten ook met stroo en lompen dichtgestopt zijn.

She was too arrogant to accept others’ suggestions.

Ze was te verwaand om de suggesties van anderen te accepteren.

She was wearing a turban.

Ze droeg een tulband.

She wasn’t able to meet him.

Ze kon hem niet ontmoeten.

She wears glasses.

Zij draagt een bril.

She went berserk when she heard that her flight was canceled.

Ze ging door het lint toen ze hoorde dat haar vlucht was geannuleerd.

She went shopping.

Ze is gaan winkelen.

She will come soon.

Ze zal straks komen.

She wiped the drool off her mouth.

Ze veegde het kwijl van haar mond af.

She woke up angry.

Ze werd toornig wakker.

She writes beautifully.

Ze schrijft prachtig.

She's worried about her tests.

Ze maakt zich zorgen over haar toetsen.

sheep (plural)

schapen

sheep

schaap

Sheep graze on the heath.

Schapen grazen op de heide.

sheet

blad

sheets

bladen

shekel

sikkel

shekels

sikkels

shelf filler

vakkenvuller

shells

schalen

shelter

schuilplaats