Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - M

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1356) B (616) C (991) D (685) E (434) F (568) G (334) H (820) I (1381) J (102) K (66) L (425) M (587) N (315) O (329) P (728) Q (29) R (435) S (1482) T (5919) U (124) V (115) W (856) Y (302) Z (13)
English Dutch Sort descending Recording Learn
mopping the kitchen floor

de keukenvloer dweilen

Most lunch boxes of students in Flemish primary schools are full.

De meeste brooddozen van leerlingen in Vlaamse basisscholen zijn gevuld.

Most of my friends are still single.

De meeste van mijn vrienden zijn nog steeds vrijgezel.

Mount Everest (long form)

de Mount Everest

Mount Everest is a mountain.

De Mount Everest is een berg.

My oldest daughter’s name is Mary.

De naam van mijn oudste dochter is Mary.

My oldest son’s name is Tom.

De naam van mijn oudste zoon is Tom.

managing board

directie

makes; does (3rd person singular)

doet

manslaughter

doodslag

maze

doolhof

motive

drijfveer

money (informal)

duit

more expensive

duurder

misery

ellende

Misery can occur anywhere.

Ellende kan overal voorkomen.

Misery never seems to be far away.

Ellende lijkt nooit ver weg te zijn.

miserable

ellendig

miserable (long form)

ellendige

Many yachts are in the harbor.

Er zijn veel jachten in de haven.

Many prisoners of war have been reported.

Er zijn veel krijgsgevangenen gemeld.

maple

esdoorn

movie

film

mistakes

fouten

Mount Fuji

Fuji

mountain range

gebergte

mysterious

geheimzinnige

memory

geheugen

married

gehuwd

moan

gejammer

moan

gekreun

money

geld

money bag

geldbuidel

monetary

geldelijke

money lender

geldschieter

made

gemaakt