Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - I

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1356) B (616) C (991) D (685) E (434) F (568) G (334) H (820) I (1381) J (102) K (66) L (425) M (587) N (315) O (329) P (728) Q (29) R (435) S (1482) T (5919) U (124) V (115) W (856) Y (302) Z (13)
English Sort descending Dutch Recording Learn
If we decline, what are the alternatives?

Wat zijn de alternatieven, als we afwijzen?

if you are good

als je goed bent

If you don’t watch out, you’ll get another fine.

Als je niet oplet, krijg je nog een boete.

If you scream loudly, you get a sore throat.

Als je hard schreeuwt, krijg je een zere keel.

If you want to try it, go ahead and try it.

Als je het wil proberen, ga je gang en probeer het.

If you will be hard on yourself (Zig Ziglar)

Als je hard voor jezelf bent (Zig Ziglar)

If you will be hard on yourself, life will be easy on you.

Als je hard voor jezelf bent, zal het leven gemakkelijk voor je zijn.

ignites

ontbrandt

ignorance

onwetendheid

ignored (past participle)

genegeerd

illegal

onwettig

illegally

illegaal

illuminated

verlichtten

illustrious

roemruchte

image

beeltenis

image

beeld

images

beelden

images of gods

godenbeelden

imagination

verbeelding

immaculate

smetteloze

immeasurable

onmeetbaar

immediate

onmiddellijke

immediate collections

onmiddellijke inningen

immediately

terstond

immediately

onmiddellijk

immediately

meteen

immersion

onderdompeling

immigrants

immigranten

immortal

onsterfelijk

immovable

onroerend

impact

weerslag

impact

impact

impeccable

onberispelijk

impediment

beletsel

impenetrable

ondoordringbaar

implant

implantaat