Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - I

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1366) B (625) C (1005) D (695) E (438) F (572) G (335) H (831) I (1405) J (102) K (67) L (429) M (592) N (319) O (331) P (732) Q (29) R (440) S (1492) T (5969) U (131) V (115) W (862) Y (303) Z (13)
English Dutch Sort descending Recording Learn
I accept the Terms of Sale.

Ik aanvaard de Verkoopsvoorwaarden.

I clenched my fists in frustration.

Ik balde mijn vuisten van frustratie.

I understood.

Ik begreep.

I understand that he’s angry.

Ik begrijp dat hij boos is.

I don’t understand these new rules.

Ik begrijp deze nieuwe regels niet.

I understand a little French, but I can’t speak it.

Ik begrijp een beetje Frans, maar ik kan het niet spreken.

I don’t understand.

Ik begrijp het niet.

I don’t understand you.

Ik begrijp je niet.

I called him.

Ik belde hem.

I pledge to be a president who seeks not to divide, but to unify.

Ik beloof een president te zijn die niet wil verdelen, maar verenigen.

I promise you that you are safe.

Ik beloof je dat je veilig bent.

I am

ik ben

I’m 25.

Ik ben 25.

I’m used to this sort of thing.

Ik ben aan zoiets gewend.

I’m eighteen.

Ik ben achttien jaar.

I am allergic to pollen.

Ik ben allergisch voor stuifmeel.

I’m afraid that I don’t understand that.

Ik ben bang dat ik dat niet begrijp.

I’m scared of being alone.

Ik ben bang om alleen te zijn.

I’m scared of dentists.

Ik ben bang voor tandartsen.

I’m afraid of owls.

Ik ben bang voor uilen.

I am scared.

Ik ben bang.

I wonder who’ll win.

Ik ben benieuwd wie er gaat winnen.

I’m curious.

Ik ben benieuwd.

I am involved in the negotiation.

Ik ben betrokken bij de onderhandeling.

I almost tripped.

Ik ben bijna gestruikeld.

I’m glad you weren’t there.

Ik ben blij dat je er niet was.

I’m glad you invited me.

Ik ben blij dat je me uitgenodigd hebt.

I’m the champion of my province.

Ik ben de kampioen van mijn provincie.

I've been feeling depressed lately.

Ik ben de laatste tijd neerslachtig.

I’m the guilty one.

Ik ben de schuldige.

I am the guardian of my disabled brother.

Ik ben de voogd van mijn gehandicapte broer.

I’m the one who got beaten up.

Ik ben degene die in elkaar geslagen werd.

I’m thirty years old.

Ik ben dertig jaar oud.

I am a doctor.

Ik ben dokter.

I’m terrified of dogs.

Ik ben doodsbang van honden

I’ve been married three times.

Ik ben drie keer getrouwd geweest.