Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - I

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (8) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1453) B (646) C (1064) D (732) E (464) F (599) G (355) H (898) I (1473) J (111) K (71) L (449) M (626) N (334) O (349) P (774) Q (29) R (464) S (1572) T (6270) U (136) V (118) W (920) X (4) Y (315) Z (14)
English Dutch Recording Learn
I went to Australia.

Ik ging naar Australië.
I take it apart.

Ik haal het uit elkaar.
I’ll get you some coffee.

Ik haal wat koffie voor je.
I hate it.

Ik haat dit.
I hate chemistry.

Ik haat scheikunde.
I hate maths.

Ik haat wiskunde.
I shouldn’t have eaten that.

Ik had dat niet moeten eten.
I should have come earlier.

Ik had eerder moeten komen.
I didn’t feel like it.

Ik had er geen zin in.
I shouldn’t have called.

Ik had niet moeten bellen.
I shouldn’t have gotten so angry.

Ik had niet zo boos moeten worden.
I never imagined meeting you here.

Ik had nooit gedacht u hier te zien.
I should have been able to handle Tom.

Ik had Tom moeten aankunnen.
I have

ik heb
I need a distraction.

Ik heb afleiding nodig.
I already ordered.

Ik heb al besteld.
I’ve already eaten enough.

Ik heb al genoeg gegeten.
I lost face.

Ik heb al mijn aanzien verloren.
I confessed.

Ik heb bekend.
I need some petrol.

Ik heb benzine nodig.
I haven’t slept almost all night!

Ik heb bijna de hele nacht geen oog dichtgedaan!
I have blond hair.

Ik heb blond haar.
I have brown hair.

Ik heb bruin haar.
I have brown eyes.

Ik heb bruine ogen.
I have a stomach ache.

Ik heb buikpijn.
I hid that for years.

Ik heb dat jaren verzwegen.
I have not done that.

Ik heb dat niet gedaan.
I didn’t understand the meaning.

Ik heb de betekenis niet begrepen.
I have thirteen employees.

Ik heb dertien medewerkers.
I am diabetic.

Ik heb diabetes.
I made a lot of new friends this year.

Ik heb dit jaar veel nieuwe vrienden gemaakt.
I am thirsty.

Ik heb dorst.
I studied for three months in Australia.

Ik heb drie maanden in Australië gestudeerd.
I waited for Tom for three hours, but he never showed up.

Ik heb drie uur op Tom gewacht maar hij liet zich niet zien.
I need three carrots.

Ik heb drie wortels nodig.
I urgently need help.

Ik heb dringend hulp nodig.