Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - H

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1366) B (625) C (1006) D (695) E (439) F (572) G (336) H (831) I (1406) J (102) K (67) L (429) M (593) N (319) O (331) P (735) Q (29) R (441) S (1495) T (5970) U (131) V (115) W (862) Y (304) Z (13)
English Dutch Sort descending Recording Learn
He was a great admirer of Albert Einstein.

Hij was een groot bewonderaar van Albert Einstein.

He was a very wise, rich and powerful king.

Hij was een zeer wijs, rijk en machtig koning.

He was once here.

Hij was eens hier.

he wasn’t pearly white and translucent anymore

hij was niet parelwit en doorschijnend meer

He was just behind me.

Hij was vlak achter mij.

He was not aware of the danger.

Hij was zich niet bewust van het gevaar.

He was badly wounded.

Hij was zwaar gewond.

He knows everything.

Hij weet alles.

He became very rich before he died.

Hij werd aanzienlijk rijk voordat hij stierf.

He was arrested for fencing stolen goods.

Hij werd gearresteerd voor heling.

He was born around 1980.

Hij werd geboren omstreeks 1980.

He got expelled for lewd conduct.

Hij werd geschorst voor onzedelijk gedrag.

He was red with anger.

Hij werd rood van woede.

He was treated kindly.

Hij werd vriendelijk bejegend.

He wants to learn to cook.

Hij wil leren koken.

He knew that Dumbledore would immediately see through that excuse.

Hij wist dat Perkamentus die smoes onmiddellijk zou doorzien.

He lives in the United Kingdom.

Hij woont in het Verenigd Koninkrijk.

he becomes

hij wordt

he rubbed his chin

hij wreef over zijn kin

He sawed logs for the fireplace.

Hij zaagde houtblokken voor de open haard.

He will not be able to do the work.

Hij zal het werk niet aankunnen.

He will come afterwards.

Hij zal nadien komen.

He’ll show up soon.

Hij zal spoedig komen opdagen.

He will try to come.

Hij zal trachten te komen.

He will perform tonight.

Hij zal vanavond optreden.

he said I hadn’t taken my responsibility

hij zei dat ik niet mijn verantwoordelijkheid nam

He is all alone abroad.

Hij zit moederziel alleen in het buitenland.

He sought shelter from the rain.

Hij zocht beschutting tegen de regen.

He looked for the key.

Hij zocht naar de sleutel.

He looked for his keys.

Hij zocht zijn sleutels.

He kept silent during the meeting.

Hij zweeg tijdens de vergadering.

hoist

hijs

Himalayas

Himalaya

hung

hing

historic

historisch

historic (long form)

historische