English-Dutch Dictionary - E

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1342) B (611) C (984) D (676) E (433) F (563) G (333) H (810) I (1368) J (102) K (66) L (422) M (580) N (314) O (329) P (723) Q (29) R (433) S (1469) T (5889) U (122) V (114) W (851) Y (302) Z (13)

English	Dutch	Learn
Every shirt is clean.	Elk overhemd is schoon.	Learn
Every time he comes here, he orders the same dish.	Telkens als hij hier komt, bestelt hij hetzelfde gerecht.	Learn
Every time I see Tom, he’s reading a comic book.	Telkens als ik Tom zie, leest hij een stripboek.	Learn
Every time she coughed, she felt a great deal of pain.	Telkens als ze hoestte deed het veel pijn.	Learn
every week	elke week	Learn
every year	elk jaar	Learn
Every year we help many citizens to complete their tax returns.	Elk jaar helpen we heel wat burgers bij het invullen van hun belastingaangifte.	Learn
everybody	allen	Learn
Everybody lies.	Iedereen liegt.	Learn
Everybody stayed.	Iedereen bleef.	Learn
Everybody will be going.	Iedereen gaat.	Learn
everybody; everyone	iedereen	Learn
Everyone needs at least one close friend.	Iedereen heeft minstens één goede vriend nodig.	Learn
Everyone ran for cover.	Iedereen zocht dekking.	Learn
Everyone smiled.	Iedereen glimlachte.	Learn
Everyone wants to pay as little as possible.	Iedereen wil zo weinig mogelijk betalen.	Learn
everyone was moody and short-tempered	iedereen was humeurig en kortaangebonden	Learn
everyone was tense	iedereen was gespannen	Learn
everyone’s	ieders	Learn
Everyone’s tired.	Iedereen is moe.	Learn
everything	alles	Learn
Everything is ready.	Alles is gereed.	Learn
Everything went smoothly.	Het ging allemaal als een leien dakje.	Learn
everywhere	overal	Learn
evidence; proof	bewijs	Learn
evil-doer; villain	boosdoener	Learn
evil; malicious	kwaadaardig	Learn
evil; malicious (long form)	kwaadaardige	Learn
evolved	evolueerde	Learn
exactly	juist	Learn
exactly	precies	Learn
exalted	verheven	Learn
exalted above all creation	verheven boven de hele schepping	Learn
exam	examen	Learn
examination; exam	tentamen	Learn
examination; research	onderzoek	Learn