Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - A

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1366) B (625) C (1006) D (695) E (439) F (572) G (336) H (831) I (1406) J (102) K (67) L (429) M (593) N (319) O (331) P (735) Q (29) R (441) S (1495) T (5970) U (131) V (115) W (862) Y (304) Z (13)
English Dutch Sort descending Recording Learn
a reflection of society

een weerspiegeling van de maatschappij

a clock radio

een wekkerradio

A well-mannered duckling puts its feet outwards, just like its mother and father do.

Een welopgevoed eendje zet zijn poten buitenwaarts, evenals vader en moeder doen.

a spiral staircase

een wenteltrap

a legislation

een wetgeving

a legal practitioner

een wetsgeneesheer

a change

een wijziging

a wild grab

een wilde graai

a gnu

een wildebeest

a white chicken with black speckles on her feathers

een witte kip met zwarte spikkels op haar veren

a white raven

een witte raaf

a wolf

een wolf

A cloud is condensed water vapour.

Een wolk is gecondenseerde waterdamp.

A word is divided into syllables.

Een woord wordt in lettergrepen verdeeld.

a soft moan

een zacht gekreun

a dirt road through the grain

een zandweg tussen koren door

a very compassionate person

een zeer meelevend persoon

a very strong field of participants

een zeer sterk deelnemersveld

a blessing

een zegen

a sailboat

een zeilboot

a six-year-old boy

een zes jaar oude jongen

a man in his sixties

een zestiger

a man in his seventies

een zeventiger

a sick child

een ziek kind

a hospital admission

een ziekenhuisopname

a side window

een zijraam

a so-called low achiever

een zogenoemde laagpresteerder

a frugal sip of tea

een zuinig slokje thee

a pure heart

een zuiver hart

a mop

een zwabber

a black robe

een zwart gewaad

a black coat

een zwarte vacht

a stray dog

een zwerfhond

a stray cat

een zwerfkat

A stray cat came into our garden.

Een zwerfkat kwam naar onze tuin.

any; whichever

eender