Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - A

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1362) B (625) C (999) D (690) E (436) F (570) G (334) H (829) I (1397) J (102) K (66) L (428) M (590) N (318) O (330) P (731) Q (29) R (438) S (1487) T (5937) U (126) V (115) W (861) Y (303) Z (13)
English Sort ascending Dutch Recording Learn
absence through illness

ziekteverzuim

absence

afwezigheid

absence

verzuim

abrupt

abrupt

abroad

buitenland

Above and beyond this, he can read Hebrew.

Bovendien kan hij Hebreeuws lezen.

above

boven

about-turn

keer

about what

waarover

about twenty minutes to complete

ongeveer twintig minuten in beslag

about this time

omstreeks deze tijd

about it

erover

About a billion people suffer from hunger and poverty.

Ongeveer een miljard mensen lijdt aan honger en ellende.

about

ongeveer

about

omstreeks

abductor

ontvoerder

abbey

abdij

a; an

een

a written test

een schriftelijke proef

a written notice

een schriftelijke mededeling

a wreath of thorny branches

een krans van doornige takken

a wreath

een krans

a worn-out marriage

een versleten huwelijk

A word is divided into syllables.

Een woord wordt in lettergrepen verdeeld.

a wolf

een wolf

a wizard

een tovenaar

A witty remark makes the conversation fun.

Een kwinkslag maakt de conversatie leuk.

a witty remark

een kwinkslag

a winch

een lier

a wild grab

een wilde graai

a wide grin

een brede grijns

a whole drawer

een hele la

a white raven

een witte raaf

a white chicken with black speckles on her feathers

een witte kip met zwarte spikkels op haar veren

A well-timed witty remark can do a lot.

Een goed getimede kwinkslag kan veel doen.

A well-mannered duckling puts its feet outwards, just like its mother and father do.

Een welopgevoed eendje zet zijn poten buitenwaarts, evenals vader en moeder doen.