English-Dutch Dictionary - A

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1366) B (625) C (1006) D (695) E (439) F (572) G (336) H (831) I (1406) J (102) K (67) L (429) M (593) N (319) O (331) P (735) Q (29) R (441) S (1495) T (5970) U (131) V (115) W (862) Y (304) Z (13)

English Sort descending	Dutch	Learn
After midnight, it will be dry in most places.	Na middernacht is het op de meeste plaatsen droog.	Learn
After saying this, she grabbed it and stroked its feathers smooth.	Dit zeggende, pakte zij het beet en streek zijn veren glad.	Learn
after the 1967 Six-Day War	na de zesdaagse oorlog van 1967	Learn
After the fire, there was a lot of ash.	Na de brand was er veel as.	Learn
After the wedding, they had intercourse.	Na het huwelijk hadden ze gemeenschap.	Learn
After years of operation, the owner has decided to sell the business.	Na jaren van uitbating heeft de eigenaar besloten om het bedrijf te verkopen.	Learn
after; when	nadat	Learn
aftermath	nasleep	Learn
afternoon	middag	Learn
afternoons	middags	Learn
afterwards	daarna	Learn
afterwards	nadien	Learn
Afterwards, the witnesses testified.	Nadien legden de getuigen een verklaring af.	Learn
again	opnieuw	Learn
again	weer	Learn
again	alweer	Learn
against	tegen	Learn
against which	waartegen	Learn
age	leeftijd	Learn
agent	agent	Learn
aggressive	agressief	Learn
ago	geleden	Learn
agreeing	instemmend	Learn
agreement	akkoord	Learn
agreement	overeenstemming	Learn
agreement on toll on German motorways	akkoord over tolheffing op Duitse snelwegen	Learn
agreement; contract	overeenkomst	Learn
agriculture	landbouw	Learn
aids	aids	Learn
aim at; go for (1st person plural)	mikken	Learn
air	lucht	Learn
Air mainly consists of oxygen and nitrogen.	Lucht bestaat hoofdzakelijk uit zuurstof en stikstof.	Learn
air pollution	luchtverontreiniging	Learn
air pollution; atmospheric pollution	luchtvervuiling	Learn
air raid	luchtaanval	Learn
airfield	vliegveld	Learn