Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - A

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1366) B (625) C (1006) D (695) E (439) F (572) G (336) H (831) I (1406) J (102) K (67) L (429) M (593) N (319) O (331) P (735) Q (29) R (441) S (1495) T (5970) U (131) V (115) W (862) Y (304) Z (13)
English Dutch Sort ascending Recording Learn
A protest against the return of Afghans.

Een protest tegen het terugsturen van Afghanen.

a pro-active approach

een pro-actieve aanpak

a preventive measure

een preventieve maatregel

a fun package

een pretpakket

A beautiful view.

Een prachtig uitzicht.

a ridiculous story

een potsierlijk verhaal

a jar of creamy stuff

een potje crème-achtig spul

a positive attitude

een positieve ingesteldheid

a poke

een por

a paw

een poot

A pole is a stick used to jump over objects.

Een polsstok is een stok die gebruikt wordt om over objecten te springen.

a powder puff

een poederdons

a splash

een plons

a plea

een pleidooi

a map

een plattegrond

a flat straw hat

een platte strohoed

a plague

een plaag

a cap

een petje

a personality

een persoonlijkheid

a mushroom

een paddenstoel

a toad

een pad

a purple wax seal

een paarse lakzegel

a few seconds later

een paar tellen later

a few minutes

een paar minuten

a few announcements

een paar mededelingen

a few years

een paar jaar

a few guardian angels

een paar engelbewaarders

A few fat brown chickens roamed the yard.

Een paar dikke bruine kippen scharrelden pikkend over het erf.

a convincing victory

een overtuigende overwinning

an agreement

een overeenkomst

an overloaded emergency service

een overbelaste spoeddienst

an old woman

een oude vrouw

an old table

een oude tafel

an old duck

een oude eend

an old lady

een oude dame

an old farm

een oude boerderij