Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - A

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1362) B (625) C (999) D (690) E (436) F (570) G (334) H (829) I (1397) J (102) K (66) L (428) M (590) N (318) O (330) P (731) Q (29) R (438) S (1487) T (5937) U (126) V (115) W (861) Y (303) Z (13)
English Dutch Sort descending Recording Learn
a riddle; a mystery

een raadsel

a raven

een raaf

A raven is as black as coal.

Een raaf is zwart als kool.

a framework agreement

een raamovereenkomst

a disaster

een ramp

a righteous person

een rechtschapen mens

a judicial remedy

een rechtsmiddel

A reconstruction of an eventful day.

Een reconstructie van een bewogen dag.

a huge drain

een reusachtige afvoerput

a driver’s license

een rijbewijs

a driving ban

een rijverbod

a red wine

een rode wijn

a calling

een roeping

an escalator

een roltrap

a survey

een rondvraag

a space

een ruimte

a spaceman

een ruimtevaarder

a ban on gatherings

een samenscholingsverbod

a sheep

een schaap

a shot

een schampschot

a razor

een scheermes

a tirade of abuse

een scheldtirade

a donation

een schenking

a crack

een scheur

A tortoise is slow.

Een schildpad is traag.

a ghost

een schim

A shadowy deal, concluded in a small back room.

Een schimmige deal, gesloten in een achterkamertje.

a clean turban

een schone tulband

a textbook example

een schoolvoorbeeld

a dish of cold meats

een schotel koud vlees

assorted raw vegetables and dips

een schotel rauwe groenten en dipsaus

a written notice

een schriftelijke mededeling

a written test

een schriftelijke proef

a shrill meow

een schril gemauw

a shrill cry

een schrille kreet

A bomb shelter is a basement to protect the population from air raid and other types of danger.

Een schuilkelder is een kelder om de bevolking te beschermen tegen een luchtaanval en andere soorten van gevaar.