Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - Y

0 (1) 1 (8) 2 (4) 3 (1) 4 (1) A (1814) B (693) C (1169) D (814) E (501) F (658) G (403) H (996) I (1700) J (119) K (76) L (480) M (672) N (341) O (377) P (844) Q (32) R (508) S (1688) T (6710) U (153) V (123) W (1095) X (4) Y (338) Z (14)
English Dutch Recording Learn
Your payment order has been successfully created. Je betaalopdracht is met succes aangemaakt.
Your contact is in the address book. Je contact staat in het adresboek.
You think solution-oriented. Je denkt oplossingsgericht.
Your daughter’s on drugs. Je dochter gebruikt drugs.
You fainted. Je flauwviel.
you act je fungeert
you function je fungeert
you are broken je geradbraakt bent
Your flies are undone. Je gulp staat open.
You should have gotten up earlier. Je had eerder moeten opstaan.
You should have introduced yourself. Je had je moeten voorstellen.
You should’ve let me help you. Je had me je moeten laten helpen.
You need treatment. Je hebt behandeling nodig.
You have completed this section. Je hebt dit onderdeel afgerond.
You have a large stomach. Je hebt een grote maag.
You’ve got a nice view from the window. Je hebt een mooi uitzicht vanuit het raam.
You’ve got no alibi for the day of the murder. Je hebt geen alibi voor de dag van de moord.
You are right. Je hebt gelijk.
You took it out of the oven too soon. Je hebt het te vroeg uit de oven gehaald.
You have killed something pure and defenceless. Je hebt iets reins en weerloos gedood.
You betrayed yourself. Je hebt jezelf bedrogen.
You’ve never liked me, have you? Je hebt me nooit gemogen, hè?
You have nothing else to do, therefore you have foolish fancies. Je hebt niets uit te voeren, en daarom verzin je allerlei dwaasheden
You need a job anyway. Je hebt sowieso een baan nodig.
You’ve got till noon. Je hebt tot de middag.
You don’t have to worry about a thing like that. Je hoeft je niet over zoiets zorgen te maken.
Your efforts resulted in the success. Je inspanningen hebben in succes geresulteerd
you can je kan
you can win gifts je kan geschenken winnen
You can trust him to keep his word. Je kan hem vertrouwen dat hij zijn woord zal houden.
You cannot save the game at this moment. Je kan het spel op dit moment niet opslaan.
You can’t win if you don’t play. Je kan niet winnen als je niet speelt.
you arrive (2nd person plural) je komt aan
You’ll get into trouble if your parents find out. Je krijgt problemen als je ouders erachter komen.
You can stay as long as you want. Je kunt blijven zolang je wilt.
You can make your fortune there, no matter how ugly you may be. Je kunt je fortuin daar wel maken, hoe lelijk je ook wezen mocht.