Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - M

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1366) B (625) C (1006) D (695) E (439) F (572) G (336) H (831) I (1406) J (102) K (67) L (429) M (593) N (319) O (331) P (735) Q (29) R (441) S (1495) T (5970) U (131) V (115) W (862) Y (304) Z (13)
English Sort ascending Dutch Recording Learn
mythical

mythisch

mystery; riddle

raadsel

mysterious

geheimzinnige

myself

mezelf

My wife and children depend on me.

Mijn vrouw en kinderen zijn afhankelijk van mij.

my wife

mijn vrouw

my vocabulary is limited

mijn vocabulaire is beperkt

My uncle is rich.

Mijn oom is rijk.

My speech was short and powerful.

Mijn betoog was kort en krachtig.

my son

mijn zoon

My sister is playing with a doll.

Mijn zus speelt met een pop.

My sister has been appointed guardian of my children.

Mijn zus is benoemd tot voogd van mijn kinderen.

my sincere condolences

mijn oprechte medeleven

My shoes squeak.

Mijn schoenen piepen.

My shoes are worn out.

Mijn schoenen zijn versleten.

My region has a rich history.

Mijn gewest heeft een rijke geschiedenis.

My position is that we need to cooperate.

Mijn stelling is dat we moeten samenwerken.

My place or yours?

Bij mij thuis of bij jou?

My physics teacher doesn’t care if I skip classes.

Het maakt mijn natuurkundeleraar niet uit als ik de lessen verzuim.

My parents want to divorce.

Mijn ouders willen scheiden.

My parents advised me not to drive too fast.

Mijn ouders hebben me afgeraden om te snel te rijden.

My orders are to go with you.

Ik heb het bevel om samen met jou te gaan.

My oldest son’s name is Tom.

De naam van mijn oudste zoon is Tom.

My oldest daughter’s name is Mary.

De naam van mijn oudste dochter is Mary.

My old shoes are completely worn out.

Mijn oude schoenen zijn helemaal versleten.

My neck hurts.

Mijn nek doet pijn.

My name is Peter.

Mijn naam is Petrus.

My name is Mary.

Mijn naam is Maria.

My name is John.

Ik heet Jan.

My mother tried to reconcile the couple.

Mijn moeder probeerde het paar te verzoenen.

My mother is in the kitchen.

Mijn moeder staat in de keuken.

My mom will kill me if she finds out.

Mijn moeder maakt me af als ze erachter komt.

My mom came back from the store.

Mijn moeder kwam terug van de winkel.

My mistake!

Mijn fout!

My life would be completely empty without you.

Zonder jou was mijn leven helemaal leeg geweest.

My legs are still shaking.

Mijn benen trillen nog.