Telkens vergeet hij zijn sleutels.
Het huis begon te trillen.
Nee, maar we hebben wel een grote zolder.
Tom opende de deur en deed het licht aan.
Enige kinderen kwamen de tuin inlopen
Doe de deur op slot vooraleer je vertrekt.
Het gezeul met de zware meubels duurde uren.
Tom en Mary wonen op dezelfde verdieping.
Scheer je met scheerschuim of zeep?
De chauffeur ging door het lint toen hij zijn sleutels niet kon vinden.
Ik trachtte te weten te komen hoeveel mensen er echt wonen in deze stad.
En de kater was heer in huis, en de kip was er zo goed als vrouw, en altijd zeiden zij: «Wij en de wereld!»
je verdwijnt evenals de warme kachel, evenals het heerlijke ganzengebraad en de grote, prachtige Kerstboom.
dansvloer
het kleed
de stenen trap
televisiequiz
folterkamer
Ik poets de keuken.
ruitenwissers