grachtenpand
Wij bouwen huizen.
als een leien dakje
woninginbraken
Ik wil een auto huren.
het appartement
Er is een spin in de badkamer.
een grote ijzeren kachel
en wonen in betonnen dozen
Het eerste rondje is van het huis.
onroerende voorheffing
appartementsgebouw
Ik poets de keuken bijna elke dag.
De bouwplaats had een grote kraan.
Poets je schoenen vooraleer weg te gaan.
We moeten een ruimte voor ons feest huren.
Is er een specialiteit van het huis?
In de bijkeuken staat de wasmachine.
Waarom heb je besloten dit huis te kopen?
Dat ongeluk gebeurde vlak bij zijn huis.