en daar boven was noch koude, noch honger, noch angst, zij waren bij God!
want zij dachten, dat zij de helft waren, en verreweg de beste helft
Zij waren spierwit en hadden lange, buigzame halzen: het waren zwanen
“Ik ben ook eens zo beetgenomen en had toen heel wat werk met mijn jongen, want zij waren bang voor het water!”
Een gepiep deed zich horen, en al de dooren van de eieren waren levend geworden en staken de kopjes uit de schalen.
Duizenden lichten brandden er op de groene takken, en bonte prenten, zoals die, welke er voor de winkelramen te zien waren, zagen op haar neer.
“Kijk eens! Nu moeten wij nog het aanhangsel krijgen, alsof wij al niet talrijk genoeg waren! En foei! wat ziet dat ene eendje er uit! Dat willen wij hier niet hebben!”
Het arme eendje werd door allen geplaagd; zelfs zijn zusters waren kwaad op hem en zeiden steeds: “Mocht de kat je maar beetpakken, jou lelijk schepsel!”
de toortsen waren uitgewaaid
Daarbinnen was een verschrikkelijk rumoer; want daar waren twee families, die elkaar het bezit van een palingkop betwistten, en eindelijk kreeg de kat die toch.
Ik wist niet dat Tom en John jouw broers waren?
Zo lag het twee hele dagen; toen kwamen er twee wilde ganzen of, liever gezegd, genten naar hem toe; het was nog niet lang geleden, dat zij uit het ei gekropen waren, en daarom waren zij zo overmoedig.
Hoe wist je dat Tom en Mary degenen waren die je saxofoon hadden gestolen?
Het waren heel grote pantoffels, die haar moeder tot dusverre gedragen had, zo groot waren zij.
In augustus 2013 waren er nog twee verenigingen in de running voor de uitbating van het centrum.