Tom ging ervan uit dat het gratis was.
Tegen de avond bereikte het een kleine, armoedige boerenhut; deze was zo bouwvallig, dat zij zelf niet wist, naar welke kant zij zou vallen, en daarom bleef zij maar staan.
Op zekeren avond kwam er een geducht onweer opzetten; het lichtte en donderde, de regen viel bij stroomen neer, het was een verschrikkelijk weer!
O, hier was het zo schoon, zo heerlijk.
Nu merkten zij, dat zij een echte prinses was, omdat zij door de twintig matrassen en de twintig donzen bedden heen de erwt gevoeld had.
Nu bemerkte het, dat de deur uit het ene scharnier geraakt was en zo scheef hing, dat het door de reet in de kamer kon sluipen, en dit deed het dan ook.
Niemand had er enig vermoeden van, wat al schoons zij gezien had, in welk een glans zij met haar grootmoeder het nieuwe jaar ingetreden was.
Nadat hij op het festival was geweest, had hij last van zijn gehoor.
Na de brand was er veel as.
maar zij had een slecht gezicht, en daarom dacht zij, dat het eendje een vette eend was, die verdwaald was geraakt
Maar het arme eendje, dat het laatst uit het ei gekomen was en er zo lelijk uitzag, werd gebeten, gestoten en voor de gek gehouden, en dat zowel door de eenden als door de kippen.
jij was
Je zei dat dat belangrijk was.
Ja, het was werkelijk heerlijk daar buiten op het land!
Ik wist niet dat Tom jouw zoon was.
Ik wist niet dat Mary jouw vrouw was.
Ik wist niet dat Mary jouw kleindochter was.
Ik wist niet dat Mary jouw dochter was.
Ik was zo kalm als een komkommer.
Ik was vergeten dat het Tom zijn verjaardag was vandaag.