Understand spoken Dutch

Verbs (Present tense, 3rd person singular) Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
Such a thing will bring you only misery.

Zo’n ding brengt alleen maar ellende.

“You don’t understand me,” said the duckling.

«Je begrijpt mij niet!» zei het eendje.

Tom doesn’t understand French very well.

Tom begrijpt Frans niet helemaal.

“She tried to warm herself,” said some.

«Zij heeft zich willen warmen!» zei men.

You need to set a good example.

Je moet het goede voorbeeld geven.

Her job is to help customers.

Haar functie is om klanten te helpen.

She stumbled over her words.

Ze is gestruikeld over haar woorden.

So it is wrong, we must change

Het is dus verkeerd, we moeten het veranderen

Here’s a list of things that Tom needs to do.

Hier is een lijst met dingen die Tom moet doen.

The problem can occur at any time.

Het probleem kan op elk moment optreden.

Travelling abroad is not recommended.

Reizen naar het buitenland wordt afgeraden.

Nobody can foresee what’ll happen.

Niemand kan voorzien wat er gaat gebeuren.

He is totally dependent on his parents.

Hij is volledig afhankelijk van zijn ouders.

Can you tell us more about your products?

Kan je ons meer vertellen over je producten?

He tripped over his own feet.

Hij is gestruikeld over zijn eigen voeten.

What did Tom do while he was in Australia?

Wat heeft Tom gedaan terwijl hij in Australië was?

You need to set a good example for your children.

Je moet het goede voorbeeld geven voor je kinderen.

Leave that behind and teach your other children to swim!

Laat dat maar liggen, en leer je andere kinderen liever zwemmen!

let me get straight to the point

laat ik maar meteen met de deur in huis vallen

it defies

het tart