Understand spoken Dutch

Verbs (Present tense, 3rd person singular) Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
The towel is in the bathroom. De handdoek is in de badkamer.
Misery never seems to be far away. Ellende lijkt nooit ver weg te zijn.
Tom has been here longer than Mary. Tom is hier langer geweest dan Mary.
According to Tom, that’s not going to happen. Volgens Tom gaat dat niet gebeuren.
He had broken up with his wife. Hij heeft met zijn vrouw gebroken.
The dress is a real eye-catcher. De jurk is een echte blikvanger.
You need to set a good example. Je moet het goede voorbeeld geven.
I know Tom will try to do that. Ik weet dat Tom zal proberen om dat te doen.
What on earth is going on here? Wat is hier in hemelsnaam gaande?
Whenever I see this, I remember him. Telkens als ik dit zie moet ik aan hem denken.
I want to know who paid for this. Ik wil weten wie hiervoor betaald heeft.
I know Tom is a very bad driver. Ik weet dat Tom een slechte chauffeur is.
How much is a single room? Hoeveel kost een eenpersoonskamer?
He didn’t seem to be worried about this. Hij lijkt zich hier geen zorgen over te maken.
The only thing you should do is wait. Het enige wat je zou moeten doen is wachten.
How much is a double room? Hoeveel kost een tweepersoonskamer?
Who did Tom sell his farm to? Aan wie heeft Tom zijn boerderij verkocht?
Why did Tom sell his farm? Waarom heeft Tom zijn boerderij verkocht?
Tom learned to swim last summer. Tom heeft afgelopen zomer leren zwemmen.
Mary is one of the prettiest women in Boston. Maria is een van de mooiste vrouwen in Boston.