Verbs (infinitives) Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	to stay in shape	in vorm blijven
	What do owls eat?	Wat eten uilen?
	to agree on	akkoord zijn op
	to meet (long form)	te ontmoeten
	You should know that.	Dat zou je moeten weten.
	They won’t get far.	Ze zullen niet ver komen.
	When do owls sleep?	Wanneer slapen uilen?
	Sit right behind me.	Ga vlak achter me zitten.
	to distinguish (long form)	te onderscheiden
	She wasn’t able to meet him.	Ze kon hem niet ontmoeten.
	Why does this keep happening?	Waarom blijft dit gebeuren?
	Owls can see in the dark.	Uilen kunnen in het donker zien.
	What’s going to happen to Yanni?	Wat gaat er met Yanni gebeuren?
	These kinds of mistakes happen a lot.	Dit soort fouten gebeuren veel.
	Which team will win the game?	Welk team zal de wedstrijd winnen?
	These kinds of mistakes don’t happen often.	Dit soort fouten gebeuren niet vaak.
	We can see many stars tonight.	We kunnen veel sterren zien deze nacht.
	Everyone wants to pay as little as possible.	Iedereen wil zo weinig mogelijk betalen.
	I’ll make use of this opportunity.	Ik zal van deze gelegenheid gebruikmaken.
	to kill (informal)	om zeep helpen