Understand spoken Dutch

"to" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
to knit (long form) te breien
It’s better to be killed by them, than being bitten by the ducks, pecked by the chickens, kicked by the maiden who feeds the chickens, or starved with hunger in the winter. ’t Is beter, door hen gedood, dan door de eenden gebeten, door de kippen gepikt, door de meid, die aan de kippen eten geeft, geschopt te worden en in de winter gebrek te lijden!
to clean (long form) te schonen
to grow (long form) te groeien
to pilot (long form) te loodsen
to grab (long form) te grijpen
to whip (long form) te ranselen
to stretch (long form) te strekken
to worry (long form) te piekeren
to torture (long form) te folteren
In the middle of this there was a duck in her nest, who had to hatch her young; but it almost bored her, it took so long, before the ducklings hatched. Te midden hiervan zat in haar nest een eend, die haar jongen moest uitbroeden; maar het begon haar bijna te vervelen, zo lang duurde het, eer de jongen uitkwamen.
to drag (long form) te verslepen
to crucify (long form) te kruisigen
to confuse (long form) te verwarren
to itch te kriebelen
to blame (long form) te verwijten
It turned its head to put it under his wings; but at the same moment there was a terribly big dog close to the duckling. Het draaide zijn kop om, om hem onder de vleugels te steken; maar op hetzelfde ogenblik stond er een vreselijk grote hond dicht bij het eendje.
to shut up de mond te snoeren
to satisfy (long form) te bevredigen
to sunbathe te zonnebaden