Understand spoken Dutch

"she" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
she cooks

zij kookt

The little creature had lost them when she rushed across the street, because of two carriages running by, at a terribly high speed.

De kleine echter verloor deze, toen zij over de straat heen snelde, omdat er twee rijtuigen verschrikkelijk hard voorbijreden.

she’s working on it

zij werkt eraan

she broke down

zij stukliep

She builds bridges.

Zij bouwt bruggen.

she moans at you

zij tegen je kermt

She rarely got visitors, because the other ducks preferred to swim in the canal, than to come out of the water to talk to her.

Daarbij kreeg zij zelden bezoek, want de andere eenden zwommen liever in de gracht rond, dan dat zij eens uit het water kwamen om met haar te praten.

A single match would do her good, if she would dare to take one from a box, strike it against the wall to warm her fingers.

Één enkel lucifertje zou haar wel goed doen, als zij er maar één uit een doosje durfde nemen, dit tegen den muur afstrijken en zich de vingers daaraan warmen.

She cleans the house every week.

Zij poetst het huis elke week.

And the tomcat, whom she called her son, could arch his back and purr; he even gave sparks, but then one had to stroke his hair the wrong direction.

En de kater, die zij haar zoontje noemde, kon een hoge rug zetten en spinnen; hij gaf zelfs vonken van zich, maar dan moest men zijn haar de verkeerde kant opstrijken.

She again struck a match on the wall, and again it became bright around her; in the brightness stood her old grandmother, clear and shining, yet loving in her appearance.

Zij streek weer een lucifertje tegen den muur af, het werd weer helder, en in den glans daarvan stond haar oude grootmoeder, helder en glinsterend, vriendelijk en liefderijk.

She gave him a piercing look.

Zij keek hem doordringend aan.

Towards evening it reached a small, shabby farm hut; it was so dilapidated that it did not know to which side it would fall, and that is why it stayed up

Tegen de avond bereikte het een kleine, armoedige boerenhut; deze was zo bouwvallig, dat zij zelf niet wist, naar welke kant zij zou vallen, en daarom bleef zij maar staan.

No, Mary isn’t my stepsister, she’s my half sister.

Neen, Maria is niet mijn stiefzuster, zij is mijn halfzuster.

Now the prince took her to be his wife; because now he knew that he had a real princess, and the pea was placed in the cabinet of rarities, in which it can still be seen, if at least no one has stolen it.

Nu nam de prins haar tot vrouw; want nu wist hij, dat hij een echte prinses bezat, en de erwt kwam in het kabinet van zeldzaamheden, waarin zij nog te zien is, als niemand haar ten minste gestolen heeft.

She took the child’s temperature to see if they had a fever.

Zij temperatuurde het kind om te zien of het koorts had.

The snowflakes covered her long blond hair, which flowed to her shoulders in beautiful locks; but she did not think of it.

De sneeuwvlokken bedekten haar lang blond haar, dat in prachtige lokken op haar schouders neergolfde; maar daaraan dacht zij niet.