Understand spoken Dutch

"said" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
I only said that to make a joke.

Ik zei dat alleen om te lachen.

“You don’t understand me,” said the duckling.

«Je begrijpt mij niet!» zei het eendje.

“Let me see the egg that won't open!” said the old duck.

“Laat mij het ei, dat niet wil opengaan, eens zien!” zei de oude eend.

he said I hadn’t taken my responsibility

hij zei dat ik niet mijn verantwoordelijkheid nam

“They are lovely children the mother has,” said the old duck with the rag around her leg.

“Het zijn lieve kinderen die de moeder heeft,” zei de oude eend met het lapje om de poot

“Look, that is how it goes in the world now!“ said the mother of the ducklings, and she was sticking out her beak, because she also wanted the eel head. “

“Kijk, zo gaat het nu in de wereld!” zei de moeder der eendjes, en zij stak haar snavel al uit, want zij wilde de palingkop ook wel hebben.”

“That’s not possible,“ said the duckling’s mother; “It is not beautiful, but it has a good heart and swims just as good as the others, yes, I must say, even better.

“Dat gaat immers niet,” zei de moeder van het eendje; “het is wel niet mooi, maar het heeft een goed hart en zwemt even flink als al de anderen, ja, ik moet zeggen, nog beter.

“Kill me!” Said the poor beast.

«Dood mij maar!» zei het arme beest.

“What an absurd idea,” said this one.

«Wat is dat voor een dwaze inval!» zei deze.

Ron said it made him sick

Ron zei dat hij daar misselijk van werd

“Piep, piep!” said the duckling and it crawled out.

“Piep, piep!” zei het jong en kroop er uit.

“I believe I shall go out into the wide world!” said the duckling.

«Ik denk, dat ik de wijde wereld maar in zal gaan!» zei het eendje.

“It is taking a long time with that egg,” said the duck, who was sitting on it again.

“Het duurt geducht lang met dat ene ei,” zei de eend, die er nu weer op zat.

Tom told me that I was wasting my time.

Tom zei me dat ik mijn tijd aan het verspillen was.

“Thank God!” the duckling said with a sigh; “I’m so ugly that even the dog doesn’t want to bite me.”

“Goddank!” zei het eendje met een zucht; “ik ben zo lelijk, dat de hond mij zelfs niet wil bijten.”

“It might be true, but it is too big and it looks to strange,“ said the other duck, “that is why it has to have a bite.“

“Dat is wel mogelijk, maar het is te groot en ziet er zo vreemd uit,” zei de andere eend, “en daarom moet het eens een pikje hebben.”

“The other ducklings look very sweet,“ said the old duck; “make yourself at home, and if you find an eel head, you can bring it to me.“

“De andere eendjes zien er allerliefst uit,” zei de oude eend; “doe maar, alsof je thuis waart, en als je een palingkop vindt, dan kun je die wel aan mij brengen.”

Tom said he thought I was lazy.

Tom zei dat hij dacht dat ik lui was.

“I’m not going anywhere!” said Harry fiercely.

‘Ik ga nergens heen!’ zei Harry fel.