Ik zei dat alleen om te lachen.
«Je begrijpt mij niet!» zei het eendje.
“Laat mij het ei, dat niet wil opengaan, eens zien!” zei de oude eend.
hij zei dat ik niet mijn verantwoordelijkheid nam
“Het zijn lieve kinderen die de moeder heeft,” zei de oude eend met het lapje om de poot
“Kijk, zo gaat het nu in de wereld!” zei de moeder der eendjes, en zij stak haar snavel al uit, want zij wilde de palingkop ook wel hebben.”
“Dat gaat immers niet,” zei de moeder van het eendje; “het is wel niet mooi, maar het heeft een goed hart en zwemt even flink als al de anderen, ja, ik moet zeggen, nog beter.
«Dood mij maar!» zei het arme beest.
«Wat is dat voor een dwaze inval!» zei deze.
Ron zei dat hij daar misselijk van werd
“Piep, piep!” zei het jong en kroop er uit.
«Ik denk, dat ik de wijde wereld maar in zal gaan!» zei het eendje.
“Het duurt geducht lang met dat ene ei,” zei de eend, die er nu weer op zat.
Tom zei me dat ik mijn tijd aan het verspillen was.
“Goddank!” zei het eendje met een zucht; “ik ben zo lelijk, dat de hond mij zelfs niet wil bijten.”
“Dat is wel mogelijk, maar het is te groot en ziet er zo vreemd uit,” zei de andere eend, “en daarom moet het eens een pikje hebben.”
“De andere eendjes zien er allerliefst uit,” zei de oude eend; “doe maar, alsof je thuis waart, en als je een palingkop vindt, dan kun je die wel aan mij brengen.”
Tom zei dat hij dacht dat ik lui was.
‘Ik ga nergens heen!’ zei Harry fel.