Wat zei je?
“Denk je, dat dit de hele wereld is?” zei de moeder.
Ik zei niets.
maar ze zei niets
En toch zei zij, dat ze een echte prinses was.
Wat je zei, is niet waar.
Je zei dat dat belangrijk was.
en de kater zei
“Verschrikkelijk slecht!” zei de prinses.
“Wil je dat nu wel eens laten?” zei de moeder.
Ik vond het leuk wat je zei.
Dat is wat de dokter zei.
zei de vrouw en keek in de rondte
“Ik heb het zelf gemaakt”, zei hij trots.
“Nu, dat is ook een heel plezier!” zei de kip.
Tom zei dat ik hier moest wachten.
“Maar het is zo prettig, in het water te zwemmen,” zei het eendje
«Je begrijpt mij niet!» zei het eendje.
«Zij heeft zich willen warmen!» zei men.
Tom zei dat al zijn vrienden dronken waren.