Ik had niet zo boos moeten worden.
Je hoeft niet meer alsof te doen.
We zijn niet van suiker gemaakt.
Tom kon zijn ogen niet geloven.
Wist je niet dat Tom getrouwd was?
«Je begrijpt mij niet!» zei het eendje.
Tom begrijpt Frans niet helemaal.
Ik hoop dat ik je niet wakker heb gemaakt.
Ik weet niet hoe ik het moet uitleggen.
Je hoeft je niet over zoiets zorgen te maken.
Waarom vragen we Tom niet om ons te helpen?
Mijn voet is zo dik dat hij niet meer in mijn schoen past.
“Laat mij het ei, dat niet wil opengaan, eens zien!” zei de oude eend.
hij zei dat ik niet mijn verantwoordelijkheid nam
“Bovendien is het een woerd,” zeide zij; “en daarom doet het er zo veel niet toe.”
Ik zeg je de waarheid, al vind je dit ook niet prettig, en daaraan kan men zien, wie zijn ware vrienden zijn
Wat versta ik niet?
Nee, ik versta je niet.
het is niet veranderd
Begrijpen wij je niet?