Wat voor weer wordt het?
Het wordt een warme dag vandaag.
Het is ijskoud
Het was leuk in Boston.
dat dorp van toen, het is voorbij
Het zal niet gemakkelijk zijn voor jou.
Wanneer we voor het donker thuis willen zijn, dan moeten we nu op pad gaan.
Ze wil het doen.
Waarom doen we het nu niet?
Nee, het is geen kalkoen.
Hoeveel gaat het kosten?
“Ik heb het zelf gemaakt”, zei hij trots.
Maar wat zag het nu in het heldere water?
De volgende dag was het mooi, heerlijk weer; de zon scheen op alle groene bladeren.
Het valt uit elkaar.
Ik geloof het niet.
Ik begrijp het niet.
Ik ben het vergeten.
Het was lente geworden.
Het was koud, snerpend koud.