"is" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	It’s beautiful!	Het is prachtig!
	Mary is gorgeous.	Maria is prachtig.
	There’s not enough water.	Er is niet genoeg water.
	Four kids are enough.	Vier kinderen is genoeg.
	It’s not important.	Het is niet belangrijk.
	but it is where I was born	maar het is waar ik geboren ben
	Education is important.	Onderwijs is belangrijk.
	I think that’s very important.	Ik denk dat dat heel belangrijk is.
	I hope it’s good.	Ik hoop dat het goed is.
	While there’s life, there’s hope.	Zolang er leven is, is er hoop.
	Is there a telephone in the room?	Is er een telefoon in de kamer?
	Just because you can, doesn’t mean that you should.	Het is niet omdat je het kunt, dat het ook moet.
	That’s the last thing we need.	Dat is het laatste dat we nodig hebben.
	That is true.	Dat is waar.
	It is true.	Het is waar.
	’Tis true.	’t Is waar.
	What you said is not true.	Wat je zei, is niet waar.
	John is dead.	Jan is dood.
	The wine is white.	De wijn is wit.
	It’s Paris.	Het is Parijs.