Ik ben erg teleurgesteld in u.
Ik woonde tot vorig jaar in Australië.
Ik ben niet geïnteresseerd.
Wat moet ik doen als mijn vrouw snurkt?
Ik wil een gerecht met rundsvlees.
Ik weet dat Tom een slechte chauffeur is.
Ik wens je wat hoop en wat uitzicht op morgen.
Ik weet dat zij met veel toewijding God dienen.
Waar vind ik een geldautomaat?
Ik heb een tandenborstel nodig.
Ik doe mijn best een kilometer per dag te zwemmen.
Ik denk niet dat dat een verstandige beslissing was.
En de moeder zeide: “Ik wou, dat je maar ver hier vandaan waart!”
Ik wil van de gelegenheid gebruikmaken om mijn wensen over te brengen.
Ik snap het.
Ik gaf om hem.
Ik begreep.
Hier geef ik om.
Ik snap het niet.
Ik ga douchen.