Adverbs Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Oh, I don’t know.	O, dat weet ik niet.
	We’re not crazy.	We zijn niet gek.
	What do owls eat?	Wat eten uilen?
	It is not my profession.	Het is niet mijn vak.
	There is not much hope.	Er is weinig hoop.
	Of course not.	Uiteraard niet.
	The party’s over.	Het feest is voorbij.
	We’re safe here.	We zijn hier veilig.
	when we had the idea	toen we het idee hadden
	We are finally free.	We zijn eindelijk vrij.
	Yanni is safe here.	Yanni is veilig hier.
	They won’t get far.	Ze zullen niet ver komen.
	When do owls sleep?	Wanneer slapen uilen?
	I’m afraid of owls.	Ik ben bang voor uilen.
	Does the machine still work?	Werkt de machine nog?
	They’ve already eaten.	Ze hebben al gegeten.
	Yanni is here with Skura.	Yanni is hier met Skura.
	Oh, look, there comes the bus!	O, kijk, daar komt de bus al aan!
	What does this machine do?	Wat doet deze machine?
	Please take off your hat.	Zet alstublieft uw hoed af.