Ik wist niet dat Mary jouw dochter was.
Tom is nog steeds niet bij bewustzijn.
Ik ben nooit in de Verenigde Staten geweest.
Wanneer we voor het donker thuis willen zijn, dan moeten we nu op pad gaan.
een hele la
niet lezen
Tom is zeer rijk.
De la gaat niet open.
Het ijs is heel dik.
Er is geen bewijs.
Ik heb al besteld.
toen we het idee hadden
We zijn eindelijk vrij.
Ze hebben al gegeten.
Trouwens, wat is je adres?
Tom heeft niet gegeten.
Lezen is niet gemakkelijk.
We gingen samen winkelen.
Je bent een erg rijk persoon.
Ik heb al genoeg gegeten.