Adverbs Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	That’s not something anyone can do.	Dat is niet iets wat eender wie kan doen.
	When will this train arrive in Brussels?	Wanneer komt deze trein aan in Brussel?
	He gets his hair cut once a month.	Hij laat zijn haar eens per maand knippen.
	It won’t be easy for you.	Het zal niet gemakkelijk zijn voor jou.
	There are many different types of flowers in the garden.	Er zijn allerlei soorten bloemen in de tuin.
	It’s hard to tell you and your brother apart.	Het is moeilijk u van uw broer te onderscheiden.
	Why do people keep making the same mistakes?	Waarom maken mensen telkens dezelfde fouten?
	I understand a little French, but I can’t speak it.	Ik begrijp een beetje Frans, maar ik kan het niet spreken.
	If you will be hard on yourself, life will be easy on you.	Als je hard voor jezelf bent, zal het leven gemakkelijk voor je zijn.
	And she lit all the matches in the box, for she wished to keep her grandmother with her.	En zij streek al de lucifers uit het doosje af, want zij wilde haar grootmoeder zo graag bij zich houden.
	not really	niet heus
	Don’t let go.	Laat niet los!
	the day before yesterday	eergisteren
	It is really so.	Het is heus zo.
	prior knowledge	voorkennis
	is falling apart	valt uit elkaar
	in advance	van tevoren
	tell me something	vertel me iets
	What’s wrong?	Wat zit je dwars?
	What’s tormenting you?	Wat zit je dwars?