Ik hoorde hem vaak Engels spreken.
Waarom drink je zoveel vanavond?
Goeiemorgen allemaal.
Dit soort fouten gebeuren niet vaak.
Hij werd vriendelijk bejegend.
Ik heb toevallig het boek gevonden.
We hebben niets gevonden om te eten.
Hoe kom ik bij de luchthaven?
Ik voelde me veilig wanneer hij bij me was.
Vertel me alsjeblieft wat ik moet doen.
Maar wat zag het nu in het heldere water?
“Nu, dat is ook een heel plezier!” zei de kip.
Er zijn allerlei soorten bloemen in de tuin.
Telkens als ik hem zie, zegt hij “Goeiedag!”.
Mijn oude schoenen zijn helemaal versleten.
Wil je geen sinaasappelsap?
Ik begrijp een beetje Frans, maar ik kan het niet spreken.
De volgende dag was het mooi, heerlijk weer; de zon scheen op alle groene bladeren.
Ik heb één van mijn schoenen onder mijn bed gevonden, maar de andere kan ik niet vinden.
onderkin