“Kijk, zo gaat het nu in de wereld!” zei de moeder der eendjes, en zij stak haar snavel al uit, want zij wilde de palingkop ook wel hebben.”
“Ik denk, dat het wel krachtig zal worden; het weet zich ten minste nu al goed te verweren.”
Zo ging het de eerste dag, en later werd het al erger en erger.
Ze is ginder al hé.
Ze hebben er al een.
Ze hebben al gegeten.
We hebben al veel geleerd.
Tom en ik kennen elkaar al jaren.
Tom en ik hebben elkaar al jaren niet gesproken.
O, kijk, daar komt de bus al aan!
maar met iedere nacht werd het gat, waarin het zwom, al kleiner en kleiner
in het water moet het, al zou ik het er ook zelf induwen
Ik zeg je de waarheid, al vind je dit ook niet prettig, en daaraan kan men zien, wie zijn ware vrienden zijn
Ik woon al drie jaar in Nederland.
Ik weet het antwoord al.
Ik heb je al betaald.
Ik heb al genoeg gegeten.
Hij talmt al maanden met het afleveren van de bouwvergunning, ondanks het positief advies van de Overlegcommissie.
Het zou voorbarig zijn om nu al een datum voor de bruiloft vast te leggen.
het was treurig, omdat het er lelijk uitzag en door al de anderen bespot werd