Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - T

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1366) B (625) C (1006) D (695) E (439) F (572) G (336) H (831) I (1406) J (102) K (67) L (429) M (593) N (319) O (331) P (735) Q (29) R (441) S (1495) T (5970) U (131) V (115) W (862) Y (304) Z (13)
English Dutch Sort ascending Recording Learn
the migratory bird

de trekvogel

the trigger

de trekker

The train journey there took longer than expected due to delays.

De treinreis heen duurde langer dan verwacht vanwege vertragingen.

The train is arriving soon.

De trein is in aantocht.

the train

de trein

the step

de trede

the banister

de trapleuning

the stairs

de trap

the tram

de tram

the bars

de tralies

the treat

de traktatie

The training includes gymnastics, weights and running.

De training omvat gymnastiek, gewichten en hardlopen.

the wand

de toverstok

the wizard

de tovenaar

the ropes

de touwen

the coach

de touringcar

the total wage bill

de totale loonmassa

The top of Mt. Fuji was covered with snow.

De top van de Fuji was bedekt met sneeuw.

the torches were blown out

de toortsen waren uitgewaaid

the wrath

de toorn

the showroom

de toonzaal

The tone was mocking and sarcastic.

De toon was spottend en sarcastisch.

the tongue

de tong

the tomatoes

de tomaten

the tomato

de tomaat

the toll

de tolheffing

The toll of the pandemic was heavy.

De tol van de pandemie was zwaar.

the whirligig

de tol

the toilet bowl

de toiletpot

the allocation

de toewijzing

the dedication

de toewijding

the test

de toets

the accession of Ukraine

de toetreding van Oekraïne

the accession

de toetreding

the influx

de toestroom

the permission

de toestemming