English-Dutch Dictionary - T

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1362) B (625) C (999) D (690) E (436) F (570) G (334) H (829) I (1397) J (102) K (66) L (428) M (590) N (318) O (330) P (731) Q (29) R (438) S (1487) T (5937) U (126) V (115) W (861) Y (303) Z (13)

English	Dutch Sort ascending	Learn
the notebook	het notitieboek	Learn
the north of Israel	het noorden van Israël	Learn
the north	het noorden	Learn
the emergency	het noodgeval	Learn
the news	het nieuws	Learn
the new school year	het nieuwe schooljaar	Learn
the new annual report of 2022	het nieuwe jaarverslag van 2022	Learn
the new book	het nieuwe boek	Learn
the new system	het nieuw systeem	Learn
the niece	het nichtje	Learn
the nephew	het neefje	Learn
The Dutch royal house has a long history.	Het Nederlandse vorstenhuis heeft een lange geschiedenis.	Learn
The national register is therefore the ideal reference for this data.	Het nationaal register is dus de referentie bij uitstek voor deze gegevens.	Learn
the museum	het museum	Learn
the beautiful house	het mooie huis	Learn
the beautiful book	het mooie boek	Learn
The monument was erected in honor of the eminent philosopher.	Het monument is opgericht ter ere van de aanzienlijke filosoof.	Learn
The monster was not dead.	Het monster was niet dood.	Learn
the monster	het monster	Learn
the moment	het moment	Learn
the swamp water	het moeraswater	Learn
the swamp	het moeras	Learn
the misunderstanding	het misverstand	Learn
the abuse	het misbruik	Learn
the minimum	het minimum	Learn
the million	het miljoen	Learn
the environment; the natural world	het milieu	Learn
The target was missed.	Het mikpunt werd gemist.	Learn
The target has moved.	Het mikpunt is verplaatst.	Learn
the Middle East	het Midden-Oosten	Learn
the middle	het midden	Learn
the waist	het middel	Learn
the means	het middel	Learn
the method	het middel	Learn
the lunch	het middageten	Learn
the midday meal	het middageten	Learn