Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - T

0 (1) 1 (8) 2 (4) 3 (1) 4 (1) A (1816) B (694) C (1170) D (815) E (502) F (659) G (404) H (998) I (1701) J (119) K (76) L (480) M (672) N (341) O (377) P (845) Q (32) R (508) S (1688) T (6711) U (153) V (123) W (1095) X (4) Y (338) Z (14)
English Dutch Recording Learn
the closeness de nabijheid
the night de nacht
the nightclub de nachtclub
the nights de nachten
the nightgown de nachtpon
the nails de nagels
the late afternoon de namiddag
the nationalists de nationalisten
the nationality de nationaliteit
the nature de natuur
the belly button de navel
the defeat de nederlaag
the settlement de nederzetting
The settlement is by the river. De nederzetting ligt aan de rivier.
the cousin de neef
the precipitation de neerslag
the neck de nek
the nest de nest
The network operator maintains the network. De netbeheerder onderhoudt het netwerk.
The network operator regularly upgrades the network. De netbeheerder vernieuwt het netwerk regelmatig.
the nose de neus
the rhinoceros de neushoorn
the cousin de nicht
the kidney de nier
the unmistakable message de niet mis te verstane boodschap
the stapler de nietje
the new detention houses de nieuwe detentiehuizen
The new owner has ambitious plans for the operation of the theater. De nieuwe eigenaar heeft ambitieuze plannen voor de uitbating van het theater.
the new prison de nieuwe gevangenis
the new facade de nieuwe gevel
The new manager has stepped in. De nieuwe manager is aangetreden.
the new Prime Minister of the United Kingdom de nieuwe premier van het Verenigd Koninkrijk
the new rules de nieuwe regels
The new sculpture in the park is a real eye-catcher. De nieuwe sculptuur in het park is een echte blikvanger.
the new time, just what you say de nieuwe tijd, net wat u zegt
the new expressions de nieuwe uitdrukkingen