English-Dutch Dictionary - T

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1362) B (625) C (999) D (690) E (436) F (570) G (334) H (829) I (1397) J (102) K (66) L (428) M (590) N (318) O (330) P (731) Q (29) R (438) S (1487) T (5937) U (126) V (115) W (861) Y (303) Z (13)

English	Dutch Sort descending	Learn
the beginning	de aanvang	Learn
the captain	de aanvoerder	Learn
the applicant	de aanvrager	Learn
the complement	de aanvulling	Learn
the presence of victims in our environment	de aanwezigheid van slachtoffers in onze omgeving	Learn
the clue	de aanwijzing	Learn
the instructions	de aanwijzingen	Learn
the acquisitions	de aanwinsten	Learn
the notification	de aanzegging	Learn
the monkey	de aap	Learn
the nature	de aard	Learn
the potato	de aardappel	Learn
the potatoes	de aardappels	Learn
the strawberry	de aardbei	Learn
the strawberries	de aardbeien	Learn
the strawberry jam	de aardbeienjam	Learn
the earth	de aarde	Learn
The Earth rotates.	De aarde draait.	Learn
The earth is smaller than the sun.	De aarde is kleiner dan de zon.	Learn
The Earth is the third planet in the solar system from the Sun.	De Aarde is vanaf de Zon gerekend de derde planeet van het zonnestelsel.	Learn
The earth can satisfy our needs but not our greed.	De aarde kan voorzien in onze behoeften, maar niet in onze hebzucht.	Learn
the abbey	de abdij	Learn
the subscriptions	de abonnementen	Learn
the apricot	de abrikoos	Learn
The absolute leaders	De absolute koplopers	Learn
the tax	de accijns	Learn
the excise duties	de accijnzen	Learn
the last name	de achternaam	Learn
The back of this newspaper has everything to seduce you.	De achterzijde van deze krant heeft alles om u te verleiden.	Learn
the actor	de acteur	Learn
the action	de actie	Learn
the activity	de activiteit	Learn
the activities	de activiteiten	Learn
the eagle	de adelaar	Learn
the advertisement	de advertentie	Learn
the lawyer	de advocaat	Learn